De aankondiging van een geboorte. Hoera een Baby!
Als er bij een huis een kleurig geboortebord hangt in de vorm van een ooievaar, een grote beschuit, een Nijntje of een eigen verzonnen creatie vaak met de naam van het pasgeboren kindje, weten we gelijk dat daar een kindje is geboren. Er worden geboortekaartjes verstuurd, appjes, e-mails en voor wie wil een geboortebericht in de krant.
|
Hebben we een bericht (geboortekaartje) ontvangen dan gaan we op kraambezoek om de kleine welkom te heten en eten we een beschuit met gekleurde muisjes. Roze muisjes bij de geboorte van een meisje en blauwe muisjes bij een jongetje.
|
De eerste geboorteaankonigingenDe ooievaar is in de loop van de 18e eeuw overgewaaid vanuit Duitsland en het gebruik van het sturen van een geboortekaartje werd pas na de Tweede Wereldoorlog een gewoonte. De eerste geboorteaankondigingen werden geschreven op een briefkaart. Door sommige werd al in 1900 een geboorteaankondiging in de locale krant gedaan. Een telefoon was er nog niet, of niet iedereen had al een aansluiting. Familieleden die verder weg woonden, werden door en telegram op de hoogte gebracht.
In voorgaande eeuwen had men echter een andere manier van bekend maken. Door schilderijen en prenten, schriftelijke bronnen en voorwerpen is er veel bekend over de kraamgebruiken vroeger. Door bepaalde rituelen hoopte men de kans op een goede afloop te vergroten. Er was een grote angst voor de bevalling voor moeder en kind en de vreugde was dan ook heel groot als alles goed was afgelopen. Bij de geboorte van een kindje werd vroeger een groot feest gehouden met uitbundige eetfestijnen, glaasjes kandeel en de alcohol vloeide rijkelijk. De feestvreugde was soms zo groot dat al in de Middeleeuwen de overheid regels opstelde om de festiviteiten ordelijk te laten verlopen. |
Van oudsher was het de gewoonte de deur dicht te binden tegen de geesten maar dit verloor zijn zin en de strik ging dienst doen als versiering en bekendmaking. Later werd de deurklopper ermee omwoeld.
Al in de zestiende eeuw was deze gewoonte om de deurklopper met wit linnen lappen te omwinden om zo het geluid van de klopper te dempen en te zorgen voor de rust van moeder en kind. Voor voorbijgangers was het een teken dat er een kind was geboren. Zelfs Erasmus schreef hier al over en toonde zich verbaasd als iemand niet wist wat die linnen lappen om de klopper te betekenen had. De klopper werd dan ook een “stiltje”genoemd.
Toen de deurbellen in gebruik kwamen kreeg deze een meer decoratief karakter alhoewel de signaalfunctie bleef bestaan. In de loop der tijden veranderde de vorm en werd een speciaal daartoe vervaardigde kraamklopper gemaakt. Arme mensen bekleedden de deurknop dan nog met wit linnen, op het platteland werd een bos palm aan de deurknop gehangen en in Wijdenes werd vanaf het midden van de 19e eeuw een met band omwikkelde ring aan de voordeur gehangen. Een helemaal omwikkelde ring wees op de geboorte van een jongen, een halfomwikkelde op een meisje. In enkele steden, met name in Haarlem, Enkhuizen en West- Friesland bloeide het gebruik van eenvoudig schortenband op tot een weelde van kant en zijde wat tot ver in de 19e eeuw bekend was. |
De kraamklopper werd voor de geboorte opgemaakt en bestond uit een met rozerood zijde omspannen ebbenhouten plankje, waarover kant gespannen werd en rondom afgezet met een strook geplooide kant. Waren de ouders in de rouw dan werd het rozerood vervangen door zwart.
Tussen de rozerode zijde en het kant werd een stukje papier gestoken wat de helft van het middenstuk bedekte als het om de geboorte van een meisje ging. Werd er een jongetje geboren dan werd het papiertje er tussen uit gehaald en was het middendeel geheel zichtbaar. Je had pech als je een twee- of drieling kreeg, want de kloppertjes waren heel kostbaar en de regel was: voor ieder kindje een kloppertje. Alles werd in het prachtstuk opgeofferd zoals de kant van het bruidsboeket wat de bruid van haar bruidegom had gekregen bij haar trouwen. De kraamklopper behield zo zijn betekenis als signaal hoewel het deze geleidelijk verloor door briefjes op de ramen waarop de toestand van moeder en kind werd vermeld of door geboorteberichten (in de 16e eeuw al bekend) of door de aanspreker rond te laten gaan. De kraamklopper bleef tot zes weken na de bevalling, de gehele kraamtijd op de buitendeur bevestigd. Van oorsprong werd dit gedaan uit bescherming van de kraamvrouw. Maar niet alleen de kraamvrouw had hier voordeel bij want zolang de klopper op de deur hing, mocht de kraamheer niet worden lastig gevallen voor allerlei wereldse zaken. Schuldeisers waren niet welkom, het wachtlopen ’s nachts, het betalen van belastingen en zelfs vrijstelling van rechtsvervolging moesten de kraamvrouw een rustige kraamtijd bieden zonder stress. |